Koerden in het nieuwe Syrië willen rechten en erkenning
vandaag, 18:53
Toen de nieuwe machthebbers een jaar geleden de macht overnamen in Syrië beloofden ze het hele land te gaan herenigen. Een van de grootste uitdagingen is het Koerdische gebied in het noordoosten van het land. Afgelopen maart werd aangekondigd dat er vóór het eind van dit jaar een eenheidsakkoord zou zijn. Maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan.
Op straat in Hasaka zijn de plannen om dit deel van het land te herenigen met Damascus niet erg populair. "Als Koerden zijn we jarenlang onderdrukt, we willen onze vrijheid", zegt een jonge vrouw die met haar zus aan het winkelen is. "Wij Koerden hebben veel onrecht ervaren, we hebben een gebroken hart. We willen echte autonomie in dit gebied, zoals de Koerden in Noord-Irak dat hebben", zegt een man die waterpijpen verkoopt.
Op 10 maart werd aangekondigd dat dit deel van Syrië voor het eind van het jaar administratief en militair zou integreren met Damascus. De onderhandelingen verlopen stroef en ondanks de grote internationale druk om dit zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen lijkt dat inmiddels onhaalbaar. Beide kanten geven elkaar de schuld van de opgelopen vertraging.
Verlangen naar rust
Veel Koerden in het noordoosten zeggen de nieuwe machthebbers in Damascus te wantrouwen. De een na de ander praat over de moordpartijen op de alawieten en druzen in andere delen van het land. "Om heel eerlijk te zijn, we vertrouwen ze niet. Er is een enorme kloof en dat maakt eenheid onmogelijk", zegt Kamiran, een man op leeftijd, in de winkelstraat in Hasaka. "In Damascus regeren mensen met een jihadistisch verleden. Wie garandeert dat wij Koerden gespaard zullen blijven?"
In dit olierijke gebied is jarenlang gevochten. De armoede is groot en de economie is slecht. Er wonen hier verschillende bevolkingsgroepen en iedereen zegt te snakken naar rust, een betere toekomst en vrede. De onzekerheid over de toekomst betekent dat de Koerdische identiteit, die door dictator Assad werd onderdrukt, een grote prioriteit is.
"We noemen hem Alan, dat is een échte Koerdische naam", zegt Mijdar, de moeder van de pasgeboren baby in haar ziekenhuisbed in een stadje buiten Hasaka. "Voorheen was dat ondenkbaar want onder het Assad regime was het geven van een Koerdische naam en het spreken van de eigen taal verboden", vertelt ze en ze benadrukt hoe belangrijk dat is voor de identiteit.
"We willen een Koerdische staat, Koerdische scholen en volledige erkenning op alle vlakken zodat de toekomst van onze kinderen niet verpest wordt", voegt de oma van Alan eraan toe. Eenheid met Damascus, daar stelt ze zich weinig bij voor: "We zouden toch niet goed bij ons hoofd zijn als we onze wapens zouden inleveren?"
Onder de overeenkomst van 10 maart zouden tienduizenden Koerdische soldaten, onder wie duizenden vrouwen, hun wapens moeten inleveren en zich individueel moeten aanmelden in Damascus om deel uit te gaan maken van het nieuwe Syrische leger. Op de militaire basis van de vrouwelijke Koerdische strijders piekeren ze er niet over.
"Onze wapens inleveren is op dit moment onvoorstelbaar", zegt Viyan Adar, commandant van de vrouwelijke strijdkrachten. "De wapens zijn onze identiteit en de situatie is nog altijd zeer onvoorspelbaar en gevaarlijk. De nieuwe machthebbers zien ons als ongelovigen. Hoe kunnen we ons daar dan zomaar bij aansluiten", zegt ze met een brede glimlach.
"Ik zie in Damascus maar weinig respect voor vrouwen en ik vertrouw die mensen met hun donkere ideologie niet", zegt Adar, die jarenlang tegen IS vocht. "Het is alsof er duizend geladen geweren op ons gericht staan, klaar om te vuren, en wij zeggen: 'oh ja, goed idee, dan leveren wij nu onze wapens in'. Natuurlijk niet!"
En dus klinken de herenigingsplannen mooi op papier maar lijkt het in de praktijk nog altijd vrij lastig uitvoerbaar. "De onderhandelingen met Damascus duren voort", zegt Siyamand Ali, woordvoerder Koerdische strijdkrachten, in zijn kantoor in Hasaka. "Zonder volwaardig partnerschap met de nieuwe regering zien we onszelf niet als onderdeel ervan en luisteren we niet naar hun beslissingen. Wij hebben ook onze voorwaarden", zegt Ali stellig.
Hij noemt de teleurstelling en frustratie over het gebrek aan rechten en erkenning voor Koerden in de nieuwe grondwet. "We hebben aangegeven dat we sterk aandringen op een akkoord zonder dat het zal resulteren in oorlog. We zullen op de een of andere manier een gelijkwaardige balans moeten gaan vinden. Onze mensen zijn moe van alle oorlogen en geweld, dat moeten we zien te vermijden."