RIVM tegen gemeenten: laat ieder huis uitkijken op een boom

vandaag, 09:53

Het RIVM heeft nieuwe richtlijnen voor gemeenten opgesteld om hun inwoners gezonder te laten leven. Zo moet als het aan het gezondheidsinstituut ligt vanuit ieder huis een boom te zien zijn en moeten kinderen binnen 200 meter op een speelplek kunnen komen.

Met de richtlijnen kunnen gemeenten de schaarse openbare ruimte zo goed mogelijk benutten, zegt het RIVM. "Gemeenten willen de openbare ruimte zo goed mogelijk inrichten, maar weten niet hoe", legt Hanneke Lakenvelt uit. Als adviseur bij het RIVM is ze de hoofdauteur van het rapport. "Gemeenten weten niet waar ze moeten beginnen en vroegen om cijfers."

Daarom heeft het instituut met experts en kenniscentra gekeken naar ruimte voor beweging, groen en elkaar ontmoeten. Volgens Lakenvelt voldoet een op de zes huizen aan de nieuwe normen, dus valt er bij het overgrote deel nog winst te behalen.

Genoeg bewegen

Zo adviseert het RIVM om een kwart van de buurt beschikbaar te houden voor beweging en moet er binnen een paar honderd meter van elk huis een speelplek zijn voor kinderen tot 12 jaar. Volgens het RIVM zijn mensen sneller geneigd om voldoende te bewegen, als minstens een kwart van hun omgeving daarop is ingericht.

Daar valt volgens het gezondheidsinstituut nog veel te verbeteren. Op dit moment is 11 procent van de openbare ruimte bestemd voor wandelaars en fietsers en 2 procent is ingericht als speelplek, bij elkaar opgeteld slechts de helft van de geadviseerde 25 procent.

Voorzieningen als een supermarkt, huisarts en een basisschool zouden binnen 800 meter van elk huis te vinden moeten zijn. Lakenvelt merkt wel op dat dat niet overal realistisch is, zoals in dorpjes. De cijfers gelden voor een gemiddelde wijk.

Voldoende schaduw

Daarnaast zou ieder huis moeten uitkijken op bomen of struiken. Dat werkt volgens het RIVM rustgevend en brengt verkoeling en schaduw. Parken moeten binnen 300 meter te vinden zijn en recreatiegebieden binnen 5 kilometer.

Bij de aanleg moet gelet worden op de keuze van bomen en struiken. Zo wordt vooral aangeraden om beplanting te kiezen waar mensen niet snel allergisch voor zijn en moet er ook genoeg aandacht zijn voor het onderhoud van het groen. Als dat niet voldoet, zullen mensen sneller wegblijven.

Bredere stoepen

Het RIVM pleit ook voor betere ontmoetingsplekken. Op bredere stoepen kunnen mensen makkelijker stilstaan om een praatje te maken zonder anderen te hinderen. Elke 125 meter zou er een bankje moeten staan voor ouderen en andere mensen die niet makkelijk langere afstanden kunnen afleggen.

Volgens Lakenvelt is aan gemeenten gevraagd of ze met de resultaten uit de voeten kunnen. "Ze zijn blij dat ze nu concrete cijfers hebben waarmee ze aan de slag kunnen."

De richtlijnen zijn wetenschappelijk onderbouwd, maar zijn geen verplichting. Ze zijn volgens het RIVM vooral bedoeld om gemeenten het belang ervan te laten zien en om ze te helpen met kiezen.